Mongoolse boeken

Deze lijst is nog lang niet volledig, maar we lezen door….

De volle maan als beste vriend
door Jannie Regnerus
2005 – www.wereldbibliotheek.nl

Volle_maan_7

De Nederlandse Jannie Regnerus vertrekt samen met haar partner voor twee jaar naar Mongolië. Jannie geeft een insight in het leven in Ulaan Baatar. Vooral haar verhalen over haar vriendschap Gerelee geven een beeld van het leven in de stad.

Mongolia: Land of the Deer
De meeste fotografen zijn gefascineerd door de blauwe luchten en groene graslanden van Mongolië. Zo niet Elaine Ling. In haar nieuwste boek Mongolia: Land of the Deer Stone laat ze het Mongolië van nu zien zonder kleur. En niet zo maar in zwart-wit. Het zijn foto’s waarvan je op het eerste gezicht denkt dat ze 100 jaar geleden gemaakt zijn.

Bekijk op haar website nog meer foto’s van Mongolië en/of bestel daar haar boek.

When things get dark: a Monglian winters tale
door Matthew Davids
2010 – St. Martin’s Press

When_things_get_dark

Matt Davids, vrijwilliger bij het Peace Corps, gaf twee jaar Engelse les in Arkhangai, in het westen van Mongolië. Daarna woonde hij een jaar in de hoofdstad. Hij beschrijft het veranderende leven in Mongolië, plus zijn eigen leven daar. Die is niet altijd rooskleurig. Hij raakt in een neerwaartse spiraal met veel drank en een knokpartij met Mongoliërs. Zie het artikel van 21 februari 2010 op deze blog.

Kamelenkaas voor presentjes

Kamelenkaas in ruil voor presentjes

Dit is het verslag van een achtdaagse rondreis door het zuiden en midden van Mongolie. Voor onze tweede rondreis door de Gobi hebben we gekozen voor een prive-tour. De trip is geregeld via Passaat Reizen in Hoofddorp en wordt ter plekke uitgevoerd door Tseren Tours uit UlaanBaatar.

Iets voor negen uur staan we in de lobby van het hotel in Ulan-Baator te wachten op ons vervoer en reisgezelschap. We krijgen op onze achtdaagse trip een chauffeur en een gids mee. Er komt een grijze terreinwagen aangereden en ons vermoeden blijkt juist. Die komt voor ons. Uit de wagen stapt een vrolijke dame die zich even later voorstelt als Norvoo, onze gids voor deze reis. De chauffeur een goedlachse Mongolier die het Engels niet machtig is, luistert naar de naam Douwa. De laadruimte van de Russische jeep zit al behoorlijk vol. Tot de bagage behoren onder meer tenten en kookgerei. Voor onze rugzakken is nog maar net plaats. Er is een korte gelegenheid om nog wat inkopen te doen. De trip is weliswaar inclusief eten en water, maar snacks en bier of wijn zijn voor eigen rekening.

Mongolie2007peter_099Tegen tien uur verlaten we de hoofdstad van Mongolie in zuidwestelijke richting. Even na het passeren van het vliegveld rijden we de groene heuvels in. Hier is het gedaan met de geasfalteerde weg. De rest van de tocht gaat rijden we op stof, klei, zand of grind. In de sporen van andere auto’s. Het landschap is ook bij deze hernieuwde kennismaking gelijk weer indrukwekkend. We stoppen al snel om roofvogels te fotograferen,  die laten zich in grote getalen zien. Wanneer we halt houden om de exacte weg te vragen (na een half uur schept dat niet veel vertrouwen) maken we gelijk kennis met een hele familie. Aan de kinderen kunnen we wat presentjes kwijt (pennen, plakplaatsjes) en als dank krijgen we een stuk kamelenkaas (niet lekker).

Voor onze eerste lunch, midden in een adembenend landschap, worden alle registers opengetrokken. Er komt een kookplaat uit het busje, maar ook stoeltjes en een klein tafeltje. Norvoo maakt komkommer-tomaal-salade vooraf en het hoofdgerecht is spaghetti. Koekjes na.

Mongolie2007peter_112Vroeg in de middag komen we bij een granieten gebergte. Mooier is echter het meertje ervoor, waar veel vee staat om te dinken. We nemen uitgebreid de tijd om foto’s te nemen. Enkele nomanden te paard gunnen ons een korte groet. In het vervolg van de rit zien de eerste kamelen. Het landschap wordt kaler, de grond droger.

Het is al het begin van de avond wanneer we stoppen om de tenten op te slaan. Een kale heuvel met veel steentjes. We hebben een flinke tent. Norvoo heeft er een voor haar alleen. De chauffeur slaapt in de auto De eerste sterren staan al aan de hemel als we het diner krijgen (rijst en groenten). De lucht met zijn vele lichtjes is indrukwekkend, zo heb ik de sterrenhemel in jaren niet gezien.

We staan op dag twee later op dan gepland. We dachten dat Norvoo ons wel zou wekken, maar wij bepalen klaarblijkelijk zelf het tempo. We kunnen hierdoor wel meteen aan het ontbijt, dat in dit geval  bestaat uit brood met kaas. We stoppen al snel in het plaatsje Tsavchir om inkopen te doen. Hier kopen we nog wat presentjes voor kinderen, water en een enkele reep chocolade. De auto heeft ook benzine nodig.

De reis gaat zuidwaarts en we stoppen voor een auto die met pech staat, midden in een desolaat landschap. Douwa is een technisch wonder en heeft hele zakken met onderdelen bij zich. Hij krijgt de auto vlot weer aan de praat. De temperatuur loopt ondertussen verder op. Op een paar kleine wolkjes na is het onbewolkt, maar wat verwacht je ook van een woestijn.

Mongoloie2007saskia_109_4 Op een plek waar paarden bij een bron staan, stoppen we voor de lunch. Ze zijn afhankelijk van passanten die water uit de bron willen halen en het in een drinkbak willen scheppen. Het is een goede gewoonte hier dat je de dieren helpt. De drinkbak bestaat overigens uit een uitgerolde autoband. Om beurten halen we met een leren kom die aan een stok zit water naar boven en gieten het in de band. Het vocht wordt door de dieren gulzig weggewerkt.

We moeten vandaag veel extra kilometers maken, omdat het enkele dagen geleden veel geregend heeft. Delen van onze route zijn hierdoor onbegaanbaar geworden. Een aantal auto’s die we tegenkomen heeft vastgezeten in de modder. We rijden samen op met een andere jeep en moeten nu herhaaldelijk de weg vragen. Ondanks de snelheid is de zon al bijna onder als we bij de Flaming Mountains bij Bayanzag aankomen. Dat is jammer, want met de ondergaande zon er vol op zijn ze op hun mooist.

De Flaming Mountains bij Bayanzag

Slang in de ger

Fijn woestijnzand kruipt de hele nacht door alle gaatjes die de tent heeft. De wind heeft de proporties aangenomen van een lichte storm. De tentjes hangen de ochtend van de derde dag uit model. Het inpakken vereist nu wat extra aandacht. De eerste stop is het plaatsje Bulgan. Hier laden we water in uit een bron. Weer onderweg wordt het landschap steeds heuvelachtiger. We zien meer nomanden en meer vee. Douwa stuurt de terreinwagen een tijdje langs een droge rivierbedding en slaat uiteindelijk een weg met veel stenen in. In de verte kondigen de eerste zandduinen zich aan. Het witte zand contrasteert prachtig met het omliggende grijs en groen van bergen en velden. We zijn op weg naar Khongoryn Els, het gebied met de hoogste zandduinen van Mongolie.

Mongoloie2007saskia_126 Omdat er iets mis is met de auto maken we een lange lunchstop. Op de rotsige bodem zien we veel hagedisjes. Op de achtergrond verrijzen donkere wolken. Een enkele lichtflits doorklieft de lucht. Net als we willen gaan eten begint het te regenen. We eten daarom in de auto. Na de maaltijd rijden we geruime tijd evenwijdig aan de zandduinen om de auto uiteindelijk bij enkele gers te parkeren. We maken kennis met de familie die er woont en Norvoo vraagt of we kameel willen rijden op de zandduinen, maar wij willen ze liever te voet beklimmen. Een echte uitdaging, want van deze afstand, ongeveer een kilometer of twee, lijken ze al inmens. De geschatte hoogte is 200 meter. We zien een paar stipjes, mensen die naar boven klauteren, een enkeling staakt de strijd. De klim neemt geruime tijd in beslag, maar onnodig te zeggen haast, is dat het uitzicht vanaf de kam, spectaculair is. Aan de ene kant droge groene velden met bergen er achter, aan de andere zijde een vlakte met veel lagere zandduinen. Wanneer het licht begint te regenen en we in de verte lichtflitsen zien, besluiten we maar af te dalen. De top van een zandduin is niet de veiligste plaats bij onweer.

Mongoloie2007saskia_146

Vanwege de regen en de harde wind, vind Norvoo het niet verantwoord om de tenten op te zetten. Ze vraagt of ze in een van de gers van de familie kan overnachten. Dat kan en we installeren ons in een echte Mongoolse ger. Bij het uitpakken van de kookspullen, slaakt Norvoo een harde gil en rent de tent uit. ‘Snake, Snake.’. Er blijkt een slang in het kookgerei te zitten, die moet er tijdens de lunch zijn ingekropen. De eigenaar van de ger wordt er bijgehaald en onder zijn leiding wordt de ger minitieus uitgekamd. Wanneer de slang, ongeveer een halve meter lang, wordt gevonden, draag ik het dier met de punt van een stok een stuk van de tent af, waarna de eigenaar het reptiel mijlenver weg brengt.

Stijf in de houding op de foto

Vroeg op voor een lange reisdag en dat met een chauffeur die maar een uurtje slaap heeft gehad. De eigenaar van de ger kwam hem om middernacht om hulp vragen omdat er een busje met toeristen vast zat in de modder. Je kunt dan moeilijk nee zeggen. De bagger betekent dat voor ons de kortste route afvalt. Samen met drie busjes vinden we twee motorrijders die ons de weg willen wijzen door een doolhof van modder en lage struiken. Het is nog steeds zwaarbewolkt maar we zien wat blauwe strepen op sommige plekken.. De motorrijders verlaten ons weer als we het ergste hebben gehad. Ze worden betaald met togrogs en benzine.

In een klein dorpje wordt gestopt voor de lunch. Van twee meisjes en hun broertje mogen we gebruik maken van de ger, die er dit keer onberispelijk uitziet, met prachtige beschilderd houtwerk, kastjes en een oranje balkenvloer. De ouders krijgen we niet te zien, die zijn naar de stad voor inkopen. De kinderen willen graag op de foto, maar daarvoor gaan ze altijd stijf in de houding staan.

Mongoloie2007saskia_180

Dit is de dag van de diverse landschappen, zo blijkt als we verder gaan. Na de modder en de struiken, nu groene heuvels, een bergkloof, een vlak gedeelte en een opgedroogde rivierbedding. We zien ook bergen met zoutafzetting er in. Uiteindelijk bereiken we het plaatsje Bogd. De daar gekochte reep chocolade laat zich door ons allen goed smaken. Om zeven uur ’s avonds is de chauffeur echt op en we stoppen ter plekke om te kamperen. Dit keer op de top van een overwegend groene heuvel en de lucht is inmiddels weer strakblauw. Geen enkel geluid verstoort de rust. Als de tent staat is er eindelijk tijd om met een fles water mijn haar te wassen. Norvoo maakt goedgevulde soep en het gedroogde vlees laten we aan Douwa.

Oppassen voor dronken Goudzoekers

Roofvogels en kamelen op weg naar Guchin-Us. Voor het ontbijt had ik tosti’s gemaakt en ook de Mongoliers laten die zich goed smaken. We rijden deze vijfde dag noordwaarts en in het groener worden landschap zien we de eerste yaks weer verschijnen. Verder nog vele duizenden stuks vee, waarvan we de kleine geitjes nog steeds het schattigst vinden.

In de provinciehoofdstad Arvayheer blijven we op ons verzoek ruim anderhalf uur. Zo hebben we tijd om de markt te bezoeken. De Mongolen hebben echter vooral oog voor de diverse televisie’s waarop live een sumo-wedstrijd te zien hebben. De mongolen zijn inmiddesl heer en meester in de sport en dat is tegen het zere been van de Japanners. De chauffeur trakteert ons op vette broodjes met vlees er in.

We overnachten vandaag in een plaats van goudzoekers. Volgens Norvoo kan het hier gevaarlijk zijn vanwege de overmatige alcoholconsumptie van de gelukzoekers, die zich nog wel eens agressief willen gedragen. Nu overdrijft ze altijd wel een beetje, want als het warm is zegt ze ‘very hot’ en als het een paar druppels geregend heeft zijn de ‘roads verry muddy’, maar ook de politie waarschuwt ons nog even. Ze vindt het verstandig om de tenten op te slaan in de buurt van enkele gers, zodat we enige hulp kunnen krijgen als er problemen komen. Het duurt even voor we een goede stek gevonden hebben, maar we treffen het echt. Wat spelen met de video-camere breekt het ijs bij de zeven kinderen van de familie die hier woont. Vooral de kleinste babbelt er op los tegen ons, in het Mongools, dat wel.

Badderen in de hete bronnen van Sant

Het landschap is ook met een opgaande zon overweldigend. Al snel krioelt het op het weiland voor ons van de grondeekhoorntjes. Wanneer je heel rustig bent, kun je ze op twee meter benaderen. De kinderen laten zich ook weer zien. Ze zingen zelfs een liedje voor ons. Even na vertrek zien we diverse mensen bezig met goudzoeken. Soms met grote machines maar ook met schepjes en zeefjes. Het landschap verandert weer. We trekken de bergen in en komen nu op dag zes voor het eerst in een bebost gedeelte. We zijn hier op weg naar een boedistisch klooster, alleen te bereiken over een zelfs voor Mongoolse begrippen vrij onbegaanbare weg. Douwa vergt het uiterste van de auto. Het heiligdom is niet bijzonder, het uitzicht vanaf de top van de berg over de omgeving maakt echter veel goed.

Mongoloie2007saskia_243 Nog anderhalf uur verder kijken we plots uit over een grote vallei met een aantal gers keurig in rij, met hekken er om. Toeristenkampen en een sanatorium, want hier bevinden zich de hot springs van Sant. Geneeskrachtig water, naar men zegt. We nemen direct een kijkje en zien het hete water (90 graden) op verschillende plekken uit de grond komen. Daar waar de stroom groter wordt staat een gebouwtje met enkele kamertjes. Hier kun je bad nemen in het bronwater en dat doen we dan ook. Het eerste bad in een week tijd. Voor deze toeristenattractie betalen we twee euro.

De tenten staan vlak bij een vennetje en dat zullen we weten ook. Kudde voor kudde komt drinken. Dus zien we honderden geiten, paarden, schapen en yaks vlak voor onze tenten voorbij trekken, een onvergetelijk moment.

Weer een prachtplek voor de lunch

Bij het ontwaken horen we de dorstige paarden van verre aankomen. Reden om toch maar even het hoofd buiten de tent te steken. Onderweg naar Hotont zien we voor het eerste een paar lammergieren zitten. Ze zitten op stenen in het landschap, want bomen zijn hier al weer in geen velden of wegen te bekennen. Ze laten zich tot een meter of honderd naderen, dan vliegen ze weg. We zien ook weer veel vee, maar we hebben bijna een verzadigingsmoment bereikt, wat het fotograferen betreft. Bovendien zijn al die nieuwe indrukkken die je opdoet in zekere zin ook vermoeiend en nog een verzachtende omstandigheid: het is vandaag zeer heet.

Mongoloie2007saskia_263 Norvoo heeft een prachtplek uitgezocht voor de lunch. Onder bomen en bij water. Tientallen paarden staan tot hun middel in de rivier om verkoeling te zoeken, als de hengst het sein geeft, vertrekken ze allemaal tegelijk. Schoner worden ze er niet op, want de meeste paarden wentelen zich eenmaal op het droge even in het stof.

We ma
ken een korte stop bij een Turks monument, die waren hier in de elfde eeuw, maar er zijn werkzaamheden. Met geld van de Turken wordt hier een gloednieuw museum gebouwd.

Ogly Nur zou de overnachtingsplaats zijn, maar omdat we morgen niet te laat in de hoofdstad terug willen zijn, willen we nog wat verder rijden, dat verkort de reistijd een beetje, want beseffen we, onze tour door Mongolie zit er bijna op. We vinden een slaapplek in de buurt van een ruine.

Terug in de stad

Vroeg op pad en na een uurtje vinden we ineens een geasfalteerde weg. Dat duurt niet lang. Ze zijn met de aanleg bezig, ook hier rukt de vooruitgang op. Het worden snel weer zandweggetjes en de zon brand ongenadig fel.

We stoppen vaak om vocht in te slaan, vooral de vruchtensappen zijn de laatste dagen populair. De laatste adembenemende lunchplek is er een op een weiland met vee zover het oog strekt en kraanvogels, die zich weer moeilijk laten fotograferen. We grijpen dit moment aan om Douwa en Norvoo voor hun goede zorgen te bedanken en ze een Goudse ansichtkaart en een fooi te geven. Vanaf deze plek is het nog anderhalf uur naar UB, waarvan de laatste 20 minuten door de miljoenenstad zelf.

Kamelenkaas voor presentjes

Kamelenkaas in ruil voor presentjes

Dit is het verslag van een achtdaagse rondreis door het zuiden en midden van Mongolie. Voor onze tweede rondreis door de Gobi hebben we gekozen voor een prive-tour. De trip is geregeld via Passaat Reizen in Hoofddorp en wordt ter plekke uitgevoerd door Tseren Tours uit UlaanBaatar.

Iets voor negen uur staan we in de lobby van het hotel in Ulan-Baator te wachten op ons vervoer en reisgezelschap. We krijgen op onze achtdaagse trip een chauffeur en een gids mee. Er komt een grijze terreinwagen aangereden en ons vermoeden blijkt juist. Die komt voor ons. Uit de wagen stapt een vrolijke dame die zich even later voorstelt als Norvoo, onze gids voor deze reis. De chauffeur een goedlachse Mongolier die het Engels niet machtig is, luistert naar de naam Douwa. De laadruimte van de Russische jeep zit al behoorlijk vol. Tot de bagage behoren onder meer tenten en kookgerei. Voor onze rugzakken is nog maar net plaats. Er is een korte gelegenheid om nog wat inkopen te doen. De trip is weliswaar inclusief eten en water, maar snacks en bier of wijn zijn voor eigen rekening.

Mongolie2007peter_099Tegen tien uur verlaten we de hoofdstad van Mongolie in zuidwestelijke richting. Even na het passeren van het vliegveld rijden we de groene heuvels in. Hier is het gedaan met de geasfalteerde weg. De rest van de tocht gaat rijden we op stof, klei, zand of grind. In de sporen van andere auto’s. Het landschap is ook bij deze hernieuwde kennismaking gelijk weer indrukwekkend. We stoppen al snel om roofvogels te fotograferen,  die laten zich in grote getalen zien. Wanneer we halt houden om de exacte weg te vragen (na een half uur schept dat niet veel vertrouwen) maken we gelijk kennis met een hele familie. Aan de kinderen kunnen we wat presentjes kwijt (pennen, plakplaatsjes) en als dank krijgen we een stuk kamelenkaas (niet lekker).

Voor onze eerste lunch, midden in een adembenend landschap, worden alle registers opengetrokken. Er komt een kookplaat uit het busje, maar ook stoeltjes en een klein tafeltje. Norvoo maakt komkommer-tomaal-salade vooraf en het hoofdgerecht is spaghetti. Koekjes na.

Mongolie2007peter_112Vroeg in de middag komen we bij een granieten gebergte. Mooier is echter het meertje ervoor, waar veel vee staat om te dinken. We nemen uitgebreid de tijd om foto’s te nemen. Enkele nomanden te paard gunnen ons een korte groet. In het vervolg van de rit zien de eerste kamelen. Het landschap wordt kaler, de grond droger.

Het is al het begin van de avond wanneer we stoppen om de tenten op te slaan. Een kale heuvel met veel steentjes. We hebben een flinke tent. Norvoo heeft er een voor haar alleen. De chauffeur slaapt in de auto De eerste sterren staan al aan de hemel als we het diner krijgen (rijst en groenten). De lucht met zijn vele lichtjes is indrukwekkend, zo heb ik de sterrenhemel in jaren niet gezien.

We staan op dag twee later op dan gepland. We dachten dat Norvoo ons wel zou wekken, maar wij bepalen klaarblijkelijk zelf het tempo. We kunnen hierdoor wel meteen aan het ontbijt, dat in dit geval  bestaat uit brood met kaas. We stoppen al snel in het plaatsje Tsavchir om inkopen te doen. Hier kopen we nog wat presentjes voor kinderen, water en een enkele reep chocolade. De auto heeft ook benzine nodig.

De reis gaat zuidwaarts en we stoppen voor een auto die met pech staat, midden in een desolaat landschap. Douwa is een technisch wonder en heeft hele zakken met onderdelen bij zich. Hij krijgt de auto vlot weer aan de praat. De temperatuur loopt ondertussen verder op. Op een paar kleine wolkjes na is het onbewolkt, maar wat verwacht je ook van een woestijn.

Mongoloie2007saskia_109_4 Op een plek waar paarden bij een bron staan, stoppen we voor de lunch. Ze zijn afhankelijk van passanten die water uit de bron willen halen en het in een drinkbak willen scheppen. Het is een goede gewoonte hier dat je de dieren helpt. De drinkbak bestaat overigens uit een uitgerolde autoband. Om beurten halen we met een leren kom die aan een stok zit water naar boven en gieten het in de band. Het vocht wordt door de dieren gulzig weggewerkt.

We moeten vandaag veel extra kilometers maken, omdat het enkele dagen geleden veel geregend heeft. Delen van onze route zijn hierdoor onbegaanbaar geworden. Een aantal auto’s die we tegenkomen heeft vastgezeten in de modder. We rijden samen op met een andere jeep en moeten nu herhaaldelijk de weg vragen. Ondanks de snelheid is de zon al bijna onder als we bij de Flaming Mountains bij Bayanzag aankomen. Dat is jammer, want met de ondergaande zon er vol op zijn ze op hun mooist.

De Flaming Mountains bij Bayanzag

Slang in de ger

Fijn woestijnzand kruipt de hele nacht door alle gaatjes die de tent heeft. De wind heeft de proporties aangenomen van een lichte storm. De tentjes hangen de ochtend van de derde dag uit model. Het inpakken vereist nu wat extra aandacht. De eerste stop is het plaatsje Bulgan. Hier laden we water in uit een bron. Weer onderweg wordt het landschap steeds heuvelachtiger. We zien meer nomanden en meer vee. Douwa stuurt de terreinwagen een tijdje langs een droge rivierbedding en slaat uiteindelijk een weg met veel stenen in. In de verte kondigen de eerste zandduinen zich aan. Het witte zand contrasteert prachtig met het omliggende grijs en groen van bergen en velden. We zijn op weg naar Khongoryn Els, het gebied met de hoogste zandduinen van Mongolie.

Mongoloie2007saskia_126 Omdat er iets mis is met de auto maken we een lange lunchstop. Op de rotsige bodem zien we veel hagedisjes. Op de achtergrond verrijzen donkere wolken. Een enkele lichtflits doorklieft de lucht. Net als we willen gaan eten begint het te regenen. We eten daarom in de auto. Na de maaltijd rijden we geruime tijd evenwijdig aan de zandduinen om de auto uiteindelijk bij enkele gers te parkeren. We maken kennis met de familie die er woont en Norvoo vraagt of we kameel willen rijden op de zandduinen, maar wij willen ze liever te voet beklimmen. Een echte uitdaging, want van deze afstand, ongeveer een kilometer of twee, lijken ze al inmens. De geschatte hoogte is 200 meter. We zien een paar stipjes, mensen die naar boven klauteren, een enkeling staakt de strijd. De klim neemt geruime tijd in beslag, maar onnodig te zeggen haast, is dat het uitzicht vanaf de kam, spectaculair is. Aan de ene kant droge groene velden met bergen er achter, aan de andere zijde een vlakte met veel lagere zandduinen. Wanneer het licht begint te regenen en we in de verte lichtflitsen zien, besluiten we maar af te dalen. De top van een zandduin is niet de veiligste plaats bij onweer.

Mongoloie2007saskia_146

Vanwege de regen en de harde wind, vind Norvoo het niet verantwoord om de tenten op te zetten. Ze vraagt of ze in een van de gers van de familie kan overnachten. Dat kan en we installeren ons in een echte Mongoolse ger. Bij het uitpakken van de kookspullen, slaakt Norvoo een harde gil en rent de tent uit. ‘Snake, Snake.’. Er blijkt een slang in het kookgerei te zitten, die moet er tijdens de lunch zijn ingekropen. De eigenaar van de ger wordt er bijgehaald en onder zijn leiding wordt de ger minitieus uitgekamd. Wanneer de slang, ongeveer een halve meter lang, wordt gevonden, draag ik het dier met de punt van een stok een stuk van de tent af, waarna de eigenaar het reptiel mijlenver weg brengt.

Stijf in de houding op de foto

Vroeg op voor een lange reisdag en dat met een chauffeur die maar een uurtje slaap heeft gehad. De eigenaar van de ger kwam hem om middernacht om hulp vragen omdat er een busje met toeristen vast zat in de modder. Je kunt dan moeilijk nee zeggen. De bagger betekent dat voor ons de kortste route afvalt. Samen met drie busjes vinden we twee motorrijders die ons de weg willen wijzen door een doolhof van modder en lage struiken. Het is nog steeds zwaarbewolkt maar we zien wat blauwe strepen op sommige plekken.. De motorrijders verlaten ons weer als we het ergste hebben gehad. Ze worden betaald met togrogs en benzine.

In een klein dorpje wordt gestopt voor de lunch. Van twee meisjes en hun broertje mogen we gebruik maken van de ger, die er dit keer onberispelijk uitziet, met prachtige beschilderd houtwerk, kastjes en een oranje balkenvloer. De ouders krijgen we niet te zien, die zijn naar de stad voor inkopen. De kinderen willen graag op de foto, maar daarvoor gaan ze altijd stijf in de houding staan.

Mongoloie2007saskia_180

Dit is de dag van de diverse landschappen, zo blijkt als we verder gaan. Na de modder en de struiken, nu groene heuvels, een bergkloof, een vlak gedeelte en een opgedroogde rivierbedding. We zien ook bergen met zoutafzetting er in. Uiteindelijk bereiken we het plaatsje Bogd. De daar gekochte reep chocolade laat zich door ons allen goed smaken. Om zeven uur ’s avonds is de chauffeur echt op en we stoppen ter plekke om te kamperen. Dit keer op de top van een overwegend groene heuvel en de lucht is inmiddels weer strakblauw. Geen enkel geluid verstoort de rust. Als de tent staat is er eindelijk tijd om met een fles water mijn haar te wassen. Norvoo maakt goedgevulde soep en het gedroogde vlees laten we aan Douwa.

Oppassen voor dronken Goudzoekers

Roofvogels en kamelen op weg naar Guchin-Us. Voor het ontbijt had ik tosti’s gemaakt en ook de Mongoliers laten die zich goed smaken. We rijden deze vijfde dag noordwaarts en in het groener worden landschap zien we de eerste yaks weer verschijnen. Verder nog vele duizenden stuks vee, waarvan we de kleine geitjes nog steeds het schattigst vinden.

In de provinciehoofdstad Arvayheer blijven we op ons verzoek ruim anderhalf uur. Zo hebben we tijd om de markt te bezoeken. De Mongolen hebben echter vooral oog voor de diverse televisie’s waarop live een sumo-wedstrijd te zien hebben. De mongolen zijn inmiddesl heer en meester in de sport en dat is tegen het zere been van de Japanners. De chauffeur trakteert ons op vette broodjes met vlees er in.

We overnachten vandaag in een plaats van goudzoekers. Volgens Norvoo kan het hier gevaarlijk zijn vanwege de overmatige alcoholconsumptie van de gelukzoekers, die zich nog wel eens agressief willen gedragen. Nu overdrijft ze altijd wel een beetje, want als het warm is zegt ze ‘very hot’ en als het een paar druppels geregend heeft zijn de ‘roads verry muddy’, maar ook de politie waarschuwt ons nog even. Ze vindt het verstandig om de tenten op te slaan in de buurt van enkele gers, zodat we enige hulp kunnen krijgen als er problemen komen. Het duurt even voor we een goede stek gevonden hebben, maar we treffen het echt. Wat spelen met de video-camere breekt het ijs bij de zeven kinderen van de familie die hier woont. Vooral de kleinste babbelt er op los tegen ons, in het Mongools, dat wel.

Badderen in de hete bronnen van Sant

Het landschap is ook met een opgaande zon overweldigend. Al snel krioelt het op het weiland voor ons van de grondeekhoorntjes. Wanneer je heel rustig bent, kun je ze op twee meter benaderen. De kinderen laten zich ook weer zien. Ze zingen zelfs een liedje voor ons. Even na vertrek zien we diverse mensen bezig met goudzoeken. Soms met grote machines maar ook met schepjes en zeefjes. Het landschap verandert weer. We trekken de bergen in en komen nu op dag zes voor het eerst in een bebost gedeelte. We zijn hier op weg naar een boedistisch klooster, alleen te bereiken over een zelfs voor Mongoolse begrippen vrij onbegaanbare weg. Douwa vergt het uiterste van de auto. Het heiligdom is niet bijzonder, het uitzicht vanaf de top van de berg over de omgeving maakt echter veel goed.

Mongoloie2007saskia_243 Nog anderhalf uur verder kijken we plots uit over een grote vallei met een aantal gers keurig in rij, met hekken er om. Toeristenkampen en een sanatorium, want hier bevinden zich de hot springs van Sant. Geneeskrachtig water, naar men zegt. We nemen direct een kijkje en zien het hete water (90 graden) op verschillende plekken uit de grond komen. Daar waar de stroom groter wordt staat een gebouwtje met enkele kamertjes. Hier kun je bad nemen in het bronwater en dat doen we dan ook. Het eerste bad in een week tijd. Voor deze toeristenattractie betalen we twee euro.

De tenten staan vlak bij een vennetje en dat zullen we weten ook. Kudde voor kudde komt drinken. Dus zien we honderden geiten, paarden, schapen en yaks vlak voor onze tenten voorbij trekken, een onvergetelijk moment.

Weer een prachtplek voor de lunch

Bij het ontwaken horen we de dorstige paarden van verre aankomen. Reden om toch maar even het hoofd buiten de tent te steken. Onderweg naar Hotont zien we voor het eerste een paar lammergieren zitten. Ze zitten op stenen in het landschap, want bomen zijn hier al weer in geen velden of wegen te bekennen. Ze laten zich tot een meter of honderd naderen, dan vliegen ze weg. We zien ook weer veel vee, maar we hebben bijna een verzadigingsmoment bereikt, wat het fotograferen betreft. Bovendien zijn al die nieuwe indrukkken die je opdoet in zekere zin ook vermoeiend en nog een verzachtende omstandigheid: het is vandaag zeer heet.

Mongoloie2007saskia_263 Norvoo heeft een prachtplek uitgezocht voor de lunch. Onder bomen en bij water. Tientallen paarden staan tot hun middel in de rivier om verkoeling te zoeken, als de hengst het sein geeft, vertrekken ze allemaal tegelijk. Schoner worden ze er niet op, want de meeste paarden wentelen zich eenmaal op het droge even in het stof.

We maken een korte stop bij een Turks monument, die waren hier in de
elfde eeuw, maar er zijn werkzaamheden. Met geld van de Turken wordt hier een gloednieuw museum gebouwd.

Ogly Nur zou de overnachtingsplaats zijn, maar omdat we morgen niet te laat in de hoofdstad terug willen zijn, willen we nog wat verder rijden, dat verkort de reistijd een beetje, want beseffen we, onze tour door Mongolie zit er bijna op. We vinden een slaapplek in de buurt van een ruine.

Terug in de stad

Vroeg op pad en na een uurtje vinden we ineens een geasfalteerde weg. Dat duurt niet lang. Ze zijn met de aanleg bezig, ook hier rukt de vooruitgang op. Het worden snel weer zandweggetjes en de zon brand ongenadig fel.

We stoppen vaak om vocht in te slaan, vooral de vruchtensappen zijn de laatste dagen populair. De laatste adembenemende lunchplek is er een op een weiland met vee zover het oog strekt en kraanvogels, die zich weer moeilijk laten fotograferen. We grijpen dit moment aan om Douwa en Norvoo voor hun goede zorgen te bedanken en ze een Goudse ansichtkaart en een fooi te geven. Vanaf deze plek is het nog anderhalf uur naar UB, waarvan de laatste 20 minuten door de miljoenenstad zelf.

Reisverslag

NAUSJKI 9 augustus Na drie kwartier rijden vanaf de Russische grensplaats Nausjki arriveren we op het eerste station aan Mongoolse kant. Hier moeten we blijven zitten tot alle fomaliteiten zijn afgehandeld. Dezelde hoeveelheid papieren als in Rusland, alleen gaat alles iets sneller. Wanneer alles achter de rug is, mogen we er nog drie kwartier uit. Al op het perron worden we bestookt doormensen die geld willen wissel. Om vast wat Togrog in mijn portemonnee te hebben ruil ik 20 euro in en krijg er 26.000 Mongoolse Togrog voor terug. Met een rijk gevoel lopen Saskia en ik even het dorpje in. In vergelijking met wat we de laatste dagen van Rusland hebben gezien, zijn de straten hier een stuk beter onderhouden. Ze zijn schoner, de mensen vriendelijker en uitbundiger en de iets commerciele instelling is volgens mij een teken dat de mensen hier nog niet alle hoop verloren hebben. In een van de huizen vinden we zelfs een klein internetcafetje, waar je voor 200 togrog een half uur online kunt zijn. Alles bij elkaar al heel wat voor een grensovergang waarvan de gedachte was, dat we opnieuw een stapje terug in de tijd zouden doen. De rest van de avond vliegt om met het luisteren naar REM op mijn walkman. Het is namelijk al snel te donker om buiten iets te kunnen zien. Ulaan Bataar 10 augustus De wekker om half zes en dat is toch even afzien, zelfs tijdens een treinreis. We moeten wel gehoor geven aan het signaal, want volgens schema komen we over een uur aan in Ulaan Bataar. Snel in de kleren en kofferpakken. Bij het openen van de gordijnen zien we de eerste gers. het landschap – heuvelachtig met daar door heen meanderende rivierstjes, is overweldigend. Dat blijft zo tot we de Mongoolse hoofdstad bereiken. We zien rokende fabrieken en lekkende leidingen. Dat is de andere kant van de schoonheid. Het station heeft een modern peron en een gids die ons vriendelijk toelacht. Altijd iemand in de buurt die helpt met de bagage. Onze gids Tunga begint al onderweg met het oplepelen van een enorme reeks wetenswaardigheden over haar land. Iets waar ze de komende week niet meer mee op houdt. Behalve op historische gebouwen wijst ze op supermarkten, banken en postkantoor die tot onze verrassing 24 uur per dag geopend zijn. In het hotel dat op tien minuten rijden van het centrum ligt, worden we vriendelijk onthaald. Onze kamer is ruimer en schoner dan de laatse twee in rusland. Tandenborstels en slippers liggen klaar en er staan kopjes voor de thee. De douche is aangenaam, maar we hebben slechts korte tijd voordat we de bus in kunnen voor een stadstour. In een nabijgelegen supermarkt proberen we een ontbijt bij elkaar te krijgen, maar dat lukt maar gedeeltelijk. Het ontbreken van vers brood is het grootste probleem. Tunga spreekt goed Engels en vertelt aan het begin van de stadsrondrit heel veel over stad en land. Geduldig beantwoordt ze alle vragen. De eerste stop is het tempelcomplex van de stad. We zien verschillende ceremoni"en en een eschool voor jonge bhoedistische monniken. Wat lang blijft hangen in het hoofd zijn de mantra’s die zonder onderbreking worden opgezegd. Stop nummer twee is het Sovjet-monument, gebouwd ter ere van de Russen, die de Mongolen hebben geholpen in de strijd tegen Japen. Maar volgens Tunga is het nu meer geliefd als uitkijkpunt. Vanaf de top, zie je Ulaan Bataar prachtig liggen en dat onder een strakblauwe hemel. Bij het monument maken we kennis met het keelzingen. Wanneer dat goed gedaan wordt onststaat naast een bromtoon tegelijkertijd een soort fluittoon. Heel bijzonder. Het is iets dat op jonge leeftijd moet worden geleerd. Een verkoper van schilderijen laat ons vijf verschillende klanken horen. De tocht gaat verder naar het centrale plein, dat vooral erg groot is. Vandaar een wandeltocht naar het historisch musuem. Ondaks de gebrekkige of ontbrekende engelse teksten, toch de moeite waar. Het meest bijzondere is het skelet van een dinosaurus. Ik waardee ook een maqeutte van mongolie. Zo kunnen we goed zien welke weg we de komende week gaan volgend. In een moderne pub eten we kippensalde, tostie en firtes. Het avondprogramma bestaat uit een folkloritische show in een volgepakt theater waar alle hollandse brandweernormen worden overschreden. Van de dingen die ondanks mijn afkeer van dit soort toeristenvallen toch beijzonder waren, noem ik hier het keelzingen en het slangenmens. Een vrouw die zich in alle mogelijk bochten kan wringen. Na afloop staan de artiesten in de hal en het valt me op dat het slangenmeisje niet eens broodmager is.

ULAAN BATAAR 11 augustus Half zeven opstaan. Ik heb nog geen zin in ontbijt. Een uur later begint ons avontuur: een week lang met een four-wheel-drive busje door het land. Aan ons gezelschap van 20 Hollanders worden vier mongoolse chauffeurs en twee koks toegevoegd. We verdelen ons over drie busjes, de vierde is voor de mobiele keuken, inclusief tafeltjes en krukjes. Als proviand zie ik in ieder geval eieren en wortelen. Inbegrepen is een fles water (1,5 liter) per dag. Vanwege enige mankementen aan een van de busjes gaan we iets later weg. In het begin van de reis stoppen we in een buitenwijk bij een eerste geluksstapel. Een berg stenen met daardoorheen blauw lint. De traditie wil dat je er drie keer omheen moet lopen en letterlijk je steentje moet bijdragen. Dit om het geluk af te dwingen. Na een bijna-botsing (wat een geluk) en een kapotte v-snaar (he, laat het geluk ons in de steek), die in recordtempo wordt gerepareerd, is de chauffeur even de weg kwijt, maar al snel wordt de juiste route naar de steppe gevonden. Al vanaf het begin is het landschap onbeschrijflijk prachtig. Op korte afstand zien we bovendien de eerste grote vogels: enorme gieren, buizerd, raven, kraanvogels en dan niet enkele, maar tientallen. We vragen en krijgen van de chauffeur ruim de gelegenheid om foto’s te maken. Bij ontmoetingen met de Mongolen die we onderweg tegenkomen, doet het boekje met ansichtkaarten en foto’s uit Nederland wonderen. Het is vaak het enige communicatiemiddel voor ons met de steppe-bewoners, ons Mongools is namelijk niet om over naar huis te schrijven. Het zal geen verbazing wekken dat ze tussen de plaatsje steeds die van het vee aanwijzen. Tunga wijst onze lunchstek al van verre aan. We gaan onder aan een berg stoppen, zeker nog een uur rijden. Vlak voor de plaats van bestemming stoppen we om het laatste deel te lopen. Bij een waterplas staan paarden en iets verder weg kraanvogels. De eerste stop na de geweldige lunch (soep, rijst, aardappels en een kippebout) is bij een meer, de tweede bij de ruines van een klooster, verscholen in de bergen. Wanneer we naar boven zijn geklauterd, hebben we een fantastisch uitzicht. Lege filmrolletjes is het enige waar hier gebrek aan hebben. Vanaf het klooster is het nog een flinke rit naar de plek waar de eerste overnachting staat gepland. De stops onderweg zijn een welkome afwisseling voor het gehobbel onderwep. Het uitzicht blijft overigens indrukwekkend. We kunnen nog net in het licht de tenten opzetten. Die maakten onderdeel uit van de bagage van de keukenbus. We staan onder aan een heuvel met wat kleine rotsformaties rondom. In de verte lopen paarden en kamelen. Tijdens het eten verschijnen boven ons de eerste sterren. Een prachtig uitzicht, maar de slaap wint het al snel. 12 augustus (BAYANZAG) Goed geslapen. De ochtendschemering brengt een vaal zonnetje en een bijna onbewolkte hemel. De koks zijn al in de weer met het ontbijt. Her en der klinkt ook het geluid van tentstokken, die worden ingepakt. het opruimen gaat snel en efficient en in korte tijd hebben we ontbeten en rijden we weer door onmetelijke vlaktes.. We houden stil bij de resten van weer een klooste. De meeste aandacht gaat echter uit naar twee Mongoolse ruiters die met hun vee bij een waterput staan. Ze scheppen het water op en gieten het in een uitgelegde autoband.Eerst drinken de paarden, dan de geiten en vervolgens de schapen. Even later stoppen we voor een buizerd die vlak langs de weg op een steen zit en daarna voor een kudde kamelen die we tegenkomen. Daar zie ik ook een hagendis, die op dit betrekkelijk vroege uur nog niet zo snel is. Het terr
ein waarover we rijden, wordt steeds ruiger. Er is meer zand te zien. Het aanal dieren wordt schaarser. Er is altijd echter wel ergens een ger in de buurt. We bezoeken een districts-centrum. Dat bestaat uit niet meer dan een paar huizen, wat winkeltjes, een schooltje en een ziekenhuis. Wanneer we verder reizen, wordt het landschap nog dorrer. Door de vlakke ondergrond halen we met de busjes de 90 kilometer per uur. De eerste zandduinen doemen op. We rijden er een paar vorobij tot we bij een paar hele hoge komen. Dan mogen we ‘ los’. In de hitte wordt een 25-meter hoge duin beklommen met een mooi uitzicht als toegift. het laatste dorre stuk van de dag brengt ons bij een ger-kamp. Dit is onze overnachtingsplaats. Tot onze verrassing krijgen we een tweepersoons ger, in plaats van een vierpersoons. het kamp heeft meer aangename kanten, een restaurant met ijskoud bier (Heineken), brandschone douches en wc’s een bar-ger en … een vliegveld. De tenten staan naast de landingsbaan. De gers zijn prachtig ingericht. De ozne heeft rode meubels en er staan drie bedden, waarvan er een ontzetten schommelt. Die laten we dus ongebruikt. Na het eten en voor het naar bed gaan bekijken we de sterrenhemel, die hier prachtig is. 13 augustus (BAYANZAG) Half acht op, dus uitslapen. Daarna met de busjes naar de kloof van Yolin Am. Daar is een groot deel van het jaar nog ijs te vinden vanwege de koele wind, maar de laatste jaren in augustus niet meer. De aarde warmt teveel op. Honderden Marmotten/woelmuizen trippelen over de vlakte. Sommigen kun je tot op minder dan een meter naderen. In de lucht roofvogels.

Reisverslag

NAUSJKI 9 augustus Na drie kwartier rijden vanaf de Russische grensplaats Nausjki arriveren we op het eerste station aan Mongoolse kant. Hier moeten we blijven zitten tot alle fomaliteiten zijn afgehandeld. Dezelde hoeveelheid papieren als in Rusland, alleen gaat alles iets sneller. Wanneer alles achter de rug is, mogen we er nog drie kwartier uit. Al op het perron worden we bestookt doormensen die geld willen wissel. Om vast wat Togrog in mijn portemonnee te hebben ruil ik 20 euro in en krijg er 26.000 Mongoolse Togrog voor terug. Met een rijk gevoel lopen Saskia en ik even het dorpje in. In vergelijking met wat we de laatste dagen van Rusland hebben gezien, zijn de straten hier een stuk beter onderhouden. Ze zijn schoner, de mensen vriendelijker en uitbundiger en de iets commerciele instelling is volgens mij een teken dat de mensen hier nog niet alle hoop verloren hebben. In een van de huizen vinden we zelfs een klein internetcafetje, waar je voor 200 togrog een half uur online kunt zijn. Alles bij elkaar al heel wat voor een grensovergang waarvan de gedachte was, dat we opnieuw een stapje terug in de tijd zouden doen. De rest van de avond vliegt om met het luisteren naar REM op mijn walkman. Het is namelijk al snel te donker om buiten iets te kunnen zien. Ulaan Bataar 10 augustus De wekker om half zes en dat is toch even afzien, zelfs tijdens een treinreis. We moeten wel gehoor geven aan het signaal, want volgens schema komen we over een uur aan in Ulaan Bataar. Snel in de kleren en kofferpakken. Bij het openen van de gordijnen zien we de eerste gers. het landschap – heuvelachtig met daar door heen meanderende rivierstjes, is overweldigend. Dat blijft zo tot we de Mongoolse hoofdstad bereiken. We zien rokende fabrieken en lekkende leidingen. Dat is de andere kant van de schoonheid. Het station heeft een modern peron en een gids die ons vriendelijk toelacht. Altijd iemand in de buurt die helpt met de bagage. Onze gids Tunga begint al onderweg met het oplepelen van een enorme reeks wetenswaardigheden over haar land. Iets waar ze de komende week niet meer mee op houdt. Behalve op historische gebouwen wijst ze op supermarkten, banken en postkantoor die tot onze verrassing 24 uur per dag geopend zijn. In het hotel dat op tien minuten rijden van het centrum ligt, worden we vriendelijk onthaald. Onze kamer is ruimer en schoner dan de laatse twee in rusland. Tandenborstels en slippers liggen klaar en er staan kopjes voor de thee. De douche is aangenaam, maar we hebben slechts korte tijd voordat we de bus in kunnen voor een stadstour. In een nabijgelegen supermarkt proberen we een ontbijt bij elkaar te krijgen, maar dat lukt maar gedeeltelijk. Het ontbreken van vers brood is het grootste probleem. Tunga spreekt goed Engels en vertelt aan het begin van de stadsrondrit heel veel over stad en land. Geduldig beantwoordt ze alle vragen. De eerste stop is het tempelcomplex van de stad. We zien verschillende ceremoni"en en een eschool voor jonge bhoedistische monniken. Wat lang blijft hangen in het hoofd zijn de mantra’s die zonder onderbreking worden opgezegd. Stop nummer twee is het Sovjet-monument, gebouwd ter ere van de Russen, die de Mongolen hebben geholpen in de strijd tegen Japen. Maar volgens Tunga is het nu meer geliefd als uitkijkpunt. Vanaf de top, zie je Ulaan Bataar prachtig liggen en dat onder een strakblauwe hemel. Bij het monument maken we kennis met het keelzingen. Wanneer dat goed gedaan wordt onststaat naast een bromtoon tegelijkertijd een soort fluittoon. Heel bijzonder. Het is iets dat op jonge leeftijd moet worden geleerd. Een verkoper van schilderijen laat ons vijf verschillende klanken horen. De tocht gaat verder naar het centrale plein, dat vooral erg groot is. Vandaar een wandeltocht naar het historisch musuem. Ondaks de gebrekkige of ontbrekende engelse teksten, toch de moeite waar. Het meest bijzondere is het skelet van een dinosaurus. Ik waardee ook een maqeutte van mongolie. Zo kunnen we goed zien welke weg we de komende week gaan volgend. In een moderne pub eten we kippensalde, tostie en firtes. Het avondprogramma bestaat uit een folkloritische show in een volgepakt theater waar alle hollandse brandweernormen worden overschreden. Van de dingen die ondanks mijn afkeer van dit soort toeristenvallen toch beijzonder waren, noem ik hier het keelzingen en het slangenmens. Een vrouw die zich in alle mogelijk bochten kan wringen. Na afloop staan de artiesten in de hal en het valt me op dat het slangenmeisje niet eens broodmager is.

ULAAN BATAAR 11 augustus Half zeven opstaan. Ik heb nog geen zin in ontbijt. Een uur later begint ons avontuur: een week lang met een four-wheel-drive busje door het land. Aan ons gezelschap van 20 Hollanders worden vier mongoolse chauffeurs en twee koks toegevoegd. We verdelen ons over drie busjes, de vierde is voor de mobiele keuken, inclusief tafeltjes en krukjes. Als proviand zie ik in ieder geval eieren en wortelen. Inbegrepen is een fles water (1,5 liter) per dag. Vanwege enige mankementen aan een van de busjes gaan we iets later weg. In het begin van de reis stoppen we in een buitenwijk bij een eerste geluksstapel. Een berg stenen met daardoorheen blauw lint. De traditie wil dat je er drie keer omheen moet lopen en letterlijk je steentje moet bijdragen. Dit om het geluk af te dwingen. Na een bijna-botsing (wat een geluk) en een kapotte v-snaar (he, laat het geluk ons in de steek), die in recordtempo wordt gerepareerd, is de chauffeur even de weg kwijt, maar al snel wordt de juiste route naar de steppe gevonden. Al vanaf het begin is het landschap onbeschrijflijk prachtig. Op korte afstand zien we bovendien de eerste grote vogels: enorme gieren, buizerd, raven, kraanvogels en dan niet enkele, maar tientallen. We vragen en krijgen van de chauffeur ruim de gelegenheid om foto’s te maken. Bij ontmoetingen met de Mongolen die we onderweg tegenkomen, doet het boekje met ansichtkaarten en foto’s uit Nederland wonderen. Het is vaak het enige communicatiemiddel voor ons met de steppe-bewoners, ons Mongools is namelijk niet om over naar huis te schrijven. Het zal geen verbazing wekken dat ze tussen de plaatsje steeds die van het vee aanwijzen. Tunga wijst onze lunchstek al van verre aan. We gaan onder aan een berg stoppen, zeker nog een uur rijden. Vlak voor de plaats van bestemming stoppen we om het laatste deel te lopen. Bij een waterplas staan paarden en iets verder weg kraanvogels. De eerste stop na de geweldige lunch (soep, rijst, aardappels en een kippebout) is bij een meer, de tweede bij de ruines van een klooster, verscholen in de bergen. Wanneer we naar boven zijn geklauterd, hebben we een fantastisch uitzicht. Lege filmrolletjes is het enige waar hier gebrek aan hebben. Vanaf het klooster is het nog een flinke rit naar de plek waar de eerste overnachting staat gepland. De stops onderweg zijn een welkome afwisseling voor het gehobbel onderwep. Het uitzicht blijft overigens indrukwekkend. We kunnen nog net in het licht de tenten opzetten. Die maakten onderdeel uit van de bagage van de keukenbus. We staan onder aan een heuvel met wat kleine rotsformaties rondom. In de verte lopen paarden en kamelen. Tijdens het eten verschijnen boven ons de eerste sterren. Een prachtig uitzicht, maar de slaap wint het al snel. 12 augustus (BAYANZAG) Goed geslapen. De ochtendschemering brengt een vaal zonnetje en een bijna onbewolkte hemel. De koks zijn al in de weer met het ontbijt. Her en der klinkt ook het geluid van tentstokken, die worden ingepakt. het opruimen gaat snel en efficient en in korte tijd hebben we ontbeten en rijden we weer door onmetelijke vlaktes.. We houden stil bij de resten van weer een klooste. De meeste aandacht gaat echter uit naar twee Mongoolse ruiters die met hun vee bij een waterput staan. Ze scheppen het water op en gieten het in een uitgelegde autoband.Eerst drinken de paarden, dan de geiten en vervolgens de schapen. Even later stoppen we voor een buizerd die vlak langs de weg op een steen zit en daarna voor een kudde kamelen die we tegenkomen. Daar zie ik ook een hagendis, die op dit betrekkelijk vroege uur nog niet zo snel is. Het terr
ein waarover we rijden, wordt steeds ruiger. Er is meer zand te zien. Het aanal dieren wordt schaarser. Er is altijd echter wel ergens een ger in de buurt. We bezoeken een districts-centrum. Dat bestaat uit niet meer dan een paar huizen, wat winkeltjes, een schooltje en een ziekenhuis. Wanneer we verder reizen, wordt het landschap nog dorrer. Door de vlakke ondergrond halen we met de busjes de 90 kilometer per uur. De eerste zandduinen doemen op. We rijden er een paar vorobij tot we bij een paar hele hoge komen. Dan mogen we ‘ los’. In de hitte wordt een 25-meter hoge duin beklommen met een mooi uitzicht als toegift. het laatste dorre stuk van de dag brengt ons bij een ger-kamp. Dit is onze overnachtingsplaats. Tot onze verrassing krijgen we een tweepersoons ger, in plaats van een vierpersoons. het kamp heeft meer aangename kanten, een restaurant met ijskoud bier (Heineken), brandschone douches en wc’s een bar-ger en … een vliegveld. De tenten staan naast de landingsbaan. De gers zijn prachtig ingericht. De ozne heeft rode meubels en er staan drie bedden, waarvan er een ontzetten schommelt. Die laten we dus ongebruikt. Na het eten en voor het naar bed gaan bekijken we de sterrenhemel, die hier prachtig is. 13 augustus (BAYANZAG) Half acht op, dus uitslapen. Daarna met de busjes naar de kloof van Yolin Am. Daar is een groot deel van het jaar nog ijs te vinden vanwege de koele wind, maar de laatste jaren in augustus niet meer. De aarde warmt teveel op. Honderden Marmotten/woelmuizen trippelen over de vlakte. Sommigen kun je tot op minder dan een meter naderen. In de lucht roofvogels.

Nieuws, tips en meer over en uit Mongolië